Waarom is de Waddenzee werelderfgoed?

Wat hebben de Alpen in Zwitserland, het Great Barrier Reef van Australië, de Serengeti van Tanzania, de wetlands van Zuid-Afrika en de Waddenzee van Nederland met elkaar gemeen? Nou, ze zijn uniek in de wereld. Deze natuurgebieden zijn werelderfgoederen. Dat betekent dat ze officieel erkend zijn door de UNESCO en dat is weer een onderdeel van de Verenigde Naties. Je hoeft geen wereldreis te maken om ze met eigen ogen te zien, want we hebben ze dus ook in Nederland. Vandaag zijn we op de Waddenzee. Het fietsje laten we staan vandaag. We gaan wat varen en wat lopen. Eerst maar eens even kijken waar we varen. Kijk, hier hebben we het noorden van Nederland en dit is de Waddenzee. Het ligt tussen de Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog en het vasteland van Nederland in. Maar dat is niet het enige. De Waddenzee loopt van Den Helder in Nederland via Duitsland helemaal naar Esbjerg in Denemarken. Het is het grootste aaneengesloten waddengebied ter wereld. Wat we dus wel moeten delen met Duitsland en Denemarken. De Waddenzee is bijzonder. Het is een enorme zee die twee keer per dag droog komt te liggen, dan kun je er gewoon overheen lopen. Daar dankt die zijn naam ook aan. Want ‘wad’ betekent een doorwaadbare plaats. Het is een zandplaat in een ondiepe zee die bij laag water, bij eb, droog komt te liggen. Kortom, de Waddenzee heeft alles te maken met eb en met vloed. We zijn aan boord van de Asterias, een schip van de Waddenunit. Die zou je een soort boswachters op zee kunnen noemen. Ze houden mens en dier op de Waddenzee goed in de gaten. En wat er ook bij hoort is het tellen van vogels en zeehonden. Ik raak de tel kwijt. Hoeveel zijn dit er wel niet? Dat zijn er ongeveer 225. En die liggen hier eigenlijk te rusten op een zandbank. Het lijkt wel een vakantiebestemming voor ze. Eigenlijk is het voor hun ook een vakantieparadijsje. Moeten ze geen vis vangen? Nou ja, ze vangen vis op de Noordzee. Soms zijn ze twee, soms zijn ze drie weken op de Noordzee. Dan komen ze terug in de Waddenzee en daar rusten ze eigenlijk uit. Dan kunnen ze even uitrusten en even bijkomen. En als ze weer honger krijgen, dan gaan ze weer naar de Noordzee om weer opnieuw vis te eten. 225. Dat klinkt alsof het heel goed gaat met de zeehonden. Ja, nou ja, het gaat ook eigenlijk heel goed, want er zijn wel 40.000 zeehonden in de Waddenzee, van Nederland, van Duitsland en van Denemarken. 40.000. Ja, het gaat eigenlijk heel goed met de zeehond. Dit gebied is natuurlijk niet alleen een mooi leefgebied voor de dieren. Wij mensen komen er ook graag om te varen, om wad te lopen of om de vogels en de zeehonden te spotten. En om aan alle boten, vissers en wadlopers duidelijk te maken tot waar ze mogen gaan, worden dit soort verbodsborden neergezet. We zijn net naar een andere locatie gevaren. We zijn hier op een mosselperceel en wat we gaan doen, we gaan de grens aangeven van het mosselperceel. De mosselkweker mag daar wel vissen en hij mag hier niet vissen. Wij geven de grens aan. Dat ziet-ie door middel van deze lange boomstam. Dat klopt. Daar gaat-ie. Ho! Even vasthouden. Volgens mij ging het goed. Wat ging dat enorm snel. Ja, we moeten er ook 200 zetten, dus dat moet ook. Perfect. Dit paaltje staat. De mosselpercelen, dat zijn eigenlijk de akkers van de mosselkwekers uit Zeeland en die mogen mossels vissen in het werelderfgoed Waddenzee. En dat mogen ze eigenlijk alleen maar doen onder een aantal voorwaarden, zodat ze de natuur geen schade toebrengen. Maar de bedoeling is dat wij dus controleren dat er voldoende mosselen overblijven voor de vogels. En dat controleren we nu met dit net? Yes. Zo, tot de nok toe vol. Dit is een mooie sleep met mosselen. Ja. En dat betekent dus dat de vogels gewoon heel veel te eten hebben. Maar het is niet alleen de vogels, ook de krabben. Die vinden mosselen heel erg lekker. Dus door af en toe zo'n netje uit te gooien, zie je eigenlijk hoe het gaat op de bodem van de Waddenzee. We geven het weer terug aan de natuur. Ik vind het alleen maar goed. Ik weet hoe lekker mosselen kunnen zijn, maar alles voor de natuur natuurlijk. We zijn op de Navicula, één van de onderzoeksschepen van het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en één van de onderzoeken die ze doen is naar de voedselketen hier op de Waddenzee. De zee is nu bijna drooggevallen. Het duurt nog even en dan gaan we het wad op. Dit is Jan van Gils. Jan, jij bent bioloog en onderzoeker bij het NIOZ. Het lijkt eerlijk gezegd wel alsof we een kookprogramma gaan maken samen. Ja, dat lijkt het wel, maar dat is het niet. Nee, wat gaan we doen? Het gaat wel over eten. We gaan kijken naar het eten van trekvogels. Trekvogels eten in de Waddenzee. En hun voedsel, het restaurant, zeg maar, van trekvogels, zit hier in de bodem. We gaan eens kijken wat het restaurant te bieden heeft. Wat er allemaal voor lekkers te vinden is. Ja, daar komt wel wat. Daar komt langzaam wat tevoorschijn. Oh, kijk. In ieder geval zitten hier wormen. Wormen waar rosse grutto's heel erg van houden. Kijk nou, er zit zelfs een krabje. Zie je dat? Jan, jij neemt duizenden van zulk soort monsters per jaar. Heel veel. Waarom doe je dat? Wat wil je te weten komen? We willen weten hoeveel voedsel er is te halen voor trekvogels. Want die trekvogels gebruiken dit als een restaurant op doortrek. En je wil wel wat lekkers eten. En je wil wat lekkers als je in een restaurant bent. Absoluut. En daarbij is de Waddenzee werelderfgoed. Dus het is heel belangrijk om in kaart te brengen hoe goed het gebied voor deze vogels is, zodat we het ook beter kunnen beschermen. Ook voor de toekomst? Juist. Zodat mensen over vijftig of honderd jaar nog steeds kunnen genieten van de trekvogels in een mooi natuurgebied. Ja, dat is het. Wauw! Ja, daar zit een hele groep kanoeten. Dat zijn er heel veel. Ja. Hoeveel trekvogels komen eigenlijk hier? Miljoenen. Echt zoveel? Ja. Op welke vogel let je nou het meest? Toch vooral op de kanoet. De kanoet? Ja. Wat voor vogel is dat? Dat is een kleine trekvogel die broedt in het hoge noorden, uiteindelijk overwintert in West-Afrika. Een afstand van 8000 kilometer aflegt. 8000? 8000. En na 4000 stopt die dus hier in de Waddenzee om even bij te tanken. Waarom uitgerekend die Waddenzee? Waarom is dat voor trekvogels zo'n fijne plek? Dit is eigenlijk de enige plek met echt het goeie voedsel wat-ie nodig heeft. Hij eet schelpdieren. Schelpdieren zijn weer heel belangrijk in de Waddenzee en dus als het goed met schelpdieren gaat, gaat het goed met de kanoet. Dus het is een belangrijke soort. En waar we naar kijken zijn vooral beesten die geringd zijn. Je zal vannacht zien, we gaan kanoeten vangen en ringen geven. En die probeer ik terug te vinden met de telescoop. Het is nu midden in de nacht, na twaalven. We zijn op het wad in het donker. Er mag ook geen lampje branden, want we gaan vogels vangen. Jan, ik zie totaal niet waar we zijn. Oh, hier is het net. Hier is het net. Kijk uit Bart, dat je er niet in raakt hier. Ik schrik me dood. Ik zit met mijn hand in het net. Heb je hier een kanoet vast? We hebben hier een kanoetstrandloper. Die is net in het mistnet gevlogen. Wat goed, we hebben er één gevonden. Ja. De grap is, het is zo donker, ik zie die hele kanoet niet. Maar als het goed is, ziet de cameraman ‘m met onze infraroodcamera wel. Zie jij ’m, Rene? Ja, ik zie ‘m. Heel goed zelfs. Echt waar? Ja. Nou, nu brengen we deze vogel even naar een kistje en dan kijken we daarna of er nog meer in het net zit. Ok, gaan we doen. Kom, kanoet. We gaan. Hallo. Hallo. Wat zijn ze mooi hè. Prachtig. En nu? Nu gaan we ze opmeten. En daarna krijgt ie een kleurring, vier kleurringen zelfs en een vlag. En dat wordt een unieke combinatie zodat elke vogel apart te herkennen is als individu. Een soort kentekenplaatje? In wezen wel. Ok. Vleugellengte. Vleugellengte. Meten we hier. Da’s 170. 170. Die snavel is 35,5. En het gewicht? Het gewicht is 120 gram. Waarom is het belangrijk al deze details te weten? De kanoet is een hele mooie modelsoort. Er zijn er vrij veel. Ze eten een belangrijk dieet, schelpdieren. Dus gaat het goed met schelpdieren, dan gaat het goed met de kanoet. Dus gaat het goed met de kanoet, dan gaat het goed met het wad. Je snapt nu wel waarom de Waddenzee werelderfgoed is. Het is echt een uniek natuurgebied. Het is een restaurant, het is een slaapplaats, het is een broedplaats voor vogels, voor zeehonden en nog heel veel meer dieren. En het ligt ook nog eens voor een heel groot deel in Nederland. Ik trek door. Op naar het volgende werelderfgoed. Valt nog niet mee, wadfietsen.